[home][inhoud site][Inhoud bovenbouw][practicum][links]

bioplek

HAVO

examenprogramma biologie

Domein C. Zelforganisatie

streep groen

Domein C. Zelforganisatie

Biologische eenheden kunnen beschouwd worden als systemen met een organisatie. Biologische eenheden onderscheiden zich van de niet-levende systemen doordat zijzelf het enige product van hun organisatie zijn, dat wil zeggen: er bestaat geen scheiding tussen producent en product. Ze organiseren zichzelf.
Door zelforganisatie kunnen nieuwe structuren ‘biologische eenheden van een hogere orde’ ontstaan. Op het hogere organisatieniveau zijn nieuwe eigenschappen te zien, die de biologische eenheid van het lagere organisatieniveau niet heeft, de zogenoemde emergente eigenschappen.
Een voorbeeld is de biologische klok bij de mens: sommige klokcellen zijn overdag actief, andere klokcellen juist ’s nachts, weer anderen pieken juist ’s morgens. De optelsom hiervan heeft een eigenschap die de afzonderlijke cellen niet hebben: de biologische klok kan de daglengte en de tijd van het jaar registreren. Het geheel is dus meer dan de som van de delen.

Voorbeeldcontexten

De kandidaat kan in een context:

  • herkennen dat biologische eenheden nieuwe eigenschappen hebben vergeleken met de biologische eenheden van een niveau lager.

Subdomein C1 Zelforganisatie van cellen

  • De kandidaat kan met behulp van de concepten genexpressie en celdifferentiatie ten minste in contexten op het gebied van energie en gezondheid benoemen op welke wijze de ontwikkeling van cellen verloopt.

    Specificaties subdomein C1

Subdomein C2 Zelforganisatie van het organisme (alleen schoolexamen)

  • De kandidaat kan met behulp van het concept levenscyclus ten minste in
    contexten op het gebied van gezondheid en voedselproductie benoemen op welke wijze de ontwikkeling van organismen verloopt en verklaren op welke wijze verstoringen van de ontwikkeling ontstaan, kunnen worden voorkomen en worden aangepakt.

Specificaties subdomein C2

Subdomein C3 Zelforganisatie van ecosystemen (alleen schoolexamen)

  • De kandidaat kan met behulp van de concepten dynamiek en evenwicht ten minste in contexten op het gebied van duurzaamheid en wereldbeeld benoemen op welke wijze ecosystemen zich kunnen ontwikkelen en beargumenteren met welke maatregelen de mens de zelforganisatie van ecosystemen beïnvloedt.

Specificaties subdomein C3

streep groen

bioplek terug